De Commissie bepaalt door middel van uitvoeringshandelingen nader de procedureregels betreffende:
a) het plaatsen van goederen onder de regeling Uniedouanevervoer en de beëindiging van die regeling;
b) de werking van de in artikel 233, lid 4, bedoelde vereenvoudigingen;
c) het douanetoezicht op in artikel 234 bedoelde goederen die onder de regeling extern Uniedouanevervoer worden vervoerd via het grondgebied van een land of gebied buiten het douanegebied van de Unie.
Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 285, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.